Over kwantummechanica, het opheffen van grenzen, schaatsen, NLP en het realiseren van je dromen

Als je iets wilt, een verlangen hebt en vindt dat dat tot je mogelijkheden behoort, dan is het behoorlijk waarschijnlijk dat het ook daadwerkelijk zal gebeuren. Als je iets wilt, een verlangen hebt maar ziet dat dat niet tot je mogelijkheden behoort, dan is de kans behoorlijk klein dat het ook daadwerkelijk zal gebeuren. Of iets wel of niet gebeurt is dus behoorlijk afhankelijk van je mogelijkheden. Dat is een interessante gedachtengang. Want wie bepaalt nou eigenlijk de mogelijkheden en de begrenzingen daarvan? Ben je dat niet zelf? En als je dat dan zelf bent, is dan plotseling al je verlangen en willen haalbaar?

Een paar dagen terug kreeg ik van een vriendin de film "What the bleep do we know" opgestuurd. Een film over kwantummechanica en spiritualiteit. Kwantummechanica is de fysica van mogelijkheden. Waarom zijn we hier? Waar gaan we naar toe? Is de werkelijkheid zoals we die zien echt de werkelijkheid of alleen maar onze waarneming van de werkelijkheid? Historisch gezien is dat wat we als werkelijkheid aannemen over het algemeen niet waar, maar alleen maar een beeld zoals we dat op dit moment in tijd en plaats hebben. Daarmee opent de film en zet gelijk de wereld op zijn kop. Want als alles wat werkelijkheid lijkt nu alleen maar onze ervaring is, wat zijn dan wel niet de mogelijkheden? Bestaat de wereld dan niet gewoon uit ongekende mogelijkheden die alleen maar begrensd worden door onze ervaring en beleving? En als we zelf die grenzen stellen zouden we die dan ook niet gewoon kunnen verleggen zodat alles mogelijk wordt?
De kwantummechanica gaat er vanuit dat onze innerlijke wereld bepaalt wat er buiten ons gebeurt. Dat de wereld door ons vormgegeven wordt. Iedere dag dat we opstaan geven we die wereld vorm.

In de film komt een geweldig statement langs: "De ware kunst van het leven is niet het weten maar het omarmen van het mysterie". Als je die zin even op je in laat werken, dan is dat één van de essenties van het hebben van grenzen, van het wel of niet realiseren van je dromen. Van gelukkig of ongelukkig zijn. Als we als mensen iets denken te weten, dan is dat eigenlijk het einde van onze zoektocht. Als ik weet dat ik ongelukkig ben, dan ben ik het ook. Als ik weet dat ik mijn droom niet ga realiseren, dan zal ik die droom ook niet realiseren. Stel je nou eens voor dat je niet weet of je je droom wel of niet zal realiseren . Dat het realiseren van je droom een mysterie is. Dan nodigt dat mysterie uit tot onderzoek. En precies op dat punt begint de reis naar het realiseren van je droom. Dat is het punt waarop grenzen verdwijnen.

Voor de nieuwsbrief wilde ik een artikel over begrenzingen schrijven. Over het herkennen en omgaan met onze begrenzingen. Zoals wel vaker het geval is laat ik mij inspireren door A.H. Almaas. Dus dook ik eens even in zijn boeken. Ook Almaas heeft het over de begrenzing van onze waarneming. Hij geeft daar een voorbeeld van door naar een kat te kijken. Hoe groot is die kat? die kat is zo groot als onze beleving. Waarschijnlijk zal de kat daar een hele andere beleving bij hebben en dus ook een hele andere grootte aanduiden als wij dat de kat konden vragen of misschien heeft die kat wel helemaal geen beleving bij grootte. En beslaat zijn grootte dan het hele universum. Wat interessant is aan de beschouwingen van Almaas over grenzen is het feit dat hij vermeld dat grenzen er altijd zijn. Ook als je je grenzen loslaat, want iets wat er niet is kun je ook niet loslaten.
De manier om met die grenzen om te gaan is bewustzijn. "Nu ben ik gelukkig" is het aangeven van een grens. Want dan is er ook een plaats waar je niet gelukkig bent. En ergens is er dus een grens. En jij bent diegene die de grenzen creëert. Dus ook hier kom ik het stellen van grenzen tegen als iets wat wij als mens, als individu, zelf doen.
Maar wat gebeurt er op het moment dat die grens er niet meer is? Dan is er geen geluk en geen ongeluk meer. Dan is er niets meer. Maar tegelijkertijd, als je niets ervaart, dan is er ook nog iets. Dan is er gewoon weer een grens. Dus de ene grens houdt de andere grens in stand. Als alle grenzen ophouden er te zijn, dan vervloeien wij gewoon met het geheel. Dat is de kat die net zo groot is als het hele universum. Uiteindelijk maakt die gedachtegang ons in ieder geval bewust van het feit dat we iemand zijn. Een individu zijn. Dat we iemand zijn die gelukkig is, ongelukkig, vol actie, willen, verlangen, pijn, angst, etc. En dat al die systemen elkaar in stand houden. Dat al die grenzen elkaar in stand houden. Tegelijkertijd bevinden we ons altijd ergens in dat hele scala. We zijn gelukkig of ongelukkig. We zijn actief of lui. We bevinden ons dus altijd ergens op dat vlak met al die grenzen. We zitten in een bepaalde rol. Als je jezelf voorstelt op één van die vlakken, dan kun je je ook bedenken dat je naar een ander vlak toe kunt. Want wat zou je tegen houden? Alleen maar die grens waarvan jij zelf bepaalt of je die over steekt?

Wie wel eens het boek "De creatiespiraal" van Marinus Knoope heeft gelezen over het realiseren van je dromen heeft gezien dat volgens Marinus Knoope minstens 25% van het proces van droom naar werkelijkheid bestaat uit het opheffen van je eigen begrenzingen. De eerste 4 van 12 stappen gaan over het integreren van de realisatie van je wens in jezelf. Het proces van wensen (je wenst iets dat buiten je ligt) naar verbeelden (zien hoe het van jou wordt) naar geloven (overtuigd zijn dat het van jou is) en uiten (aan de wereld vertellen dat het van jou is). Daarmee hef je als het ware je grens op. Zolang iets niet een integraal onderdeel van je uitmaakt, maar als het ware nog buiten jezelf staat, zal je het niet bereiken. Je blijft dan stoeien met de grens tussen jou en je wens.
Hierin komen we dus weer de subjectiviteit van ons als mensen tegen. We zijn niet wie we denken te zijn, maar we zijn geworden wie we denken te zijn. Dat wat we geworden zijn legt ons alleen maar begrenzingen op. En uiteindelijk moeten we, om onze dromen te realiseren, weer onze eigen grenzen opheffen. Weer één worden met dat wat we dromen. En als ons dat lukt, dan kunnen we ook onze dromen waarmaken. Daar zit iets moois in. Want naast onze grenzen maken ook onze dromen deel uit van wie we zijn. We zijn zeg maar uitgerust met een mechanisme dat ons op weg helpt om onze grenzen te laten vervloeien.

Een andere stroming waarin de subjectiviteit en onze beleving van de realiteit duidelijk centraal staat is NLP. Door onszelf te "programmeren" kunnen we onze beleving van de realiteit en daarmee onszelf, veranderen. Door bijvoorbeeld andere ervaringen aan angsten te koppelen verdwijnen die angsten. Dit programmeren wordt onder andere gedaan door ervaringen die aan onze veronderstellingen over de wereld ten grondslag liggen in een ander perspectief te plaatsen. Hoe is de situatie als je die als een zwart/wit film voor je ziet? Als de mensen die daarin een rol spelen veel groter of veel kleiner zouden zijn? Als die mensen veel dichter bij of veel verder weg zouden staan? Door situatie vanuit dit soort andere invalshoeken te bekijken ontstaat een compleet nieuwe ervaring. Daarmee zeer duidelijk makend dat de wereld, en vooral hoe wij zelf in die wereld staan en beleven, volledig subjectief is.
In de NLP aanpak zit echter iets kroms. Dat “herprogrammeren” wordt vaak door iemand anders gedaan. Je doet dat niet zelf. Terwijl die beleving van de wereld toch wel degelijk van jou is en jij daar ook eigenlijk de complete verantwoordelijkheid voor draagt. Wie zijn we dan wel niet dat we ons tot iemand anders wenden om onze eigen beleving te veranderen? Is dat omdat het makkelijk is om naar een oplossing buiten jezelf te zoeken? Is het makkelijk dat er misschien een oplossing komt en je daar zelf geen verantwoordelijkheid voor hoeft te dragen?

De afgelopen tijd zijn de winterspelen geweest. Ik ben een groot sportliefhebber dus heb ik genoten. Natuurlijk rijzen er allerlei coachings vraagstukken bij mij op het moment dat ik daarnaar zit te kijken. Waarom is de één wel in staat tot winnen en lukt het de ander weer niet? Wat is dat toch? En vooral: wat voor rol speelt de psyche daarin? Ooit hoorde ik iemand eens vertellen over het winnen. Dat diegene die wint dat waarschijnlijk al vele malen in zijn hoofd beleeft heeft. Dat het winnen als het ware al onderdeel van zijn/haar systeem uitmaakt.
Een interessante materie was de selectie voor die spelen. Omdat er zoveel gegadigden zijn om naar de spelen te gaan worden er strenge selecties gemaakt. Voor veel van de schaatsers zal in het afgelopen seizoen daar waarschijnlijk een grens hebben gelegen. Een begrenzing om te halen, net even over heen te gaan. Om zich te kwalificeren. Daarmee hadden de mensen die zich kwalificeerden hun doel bereikt. En natuurlijk waren ze daarmee goed genoeg om mee te doen. Om ook in de kop van het veld mee te doen. Maar de vraag blijf dan natuurlijk of dat niet de verkeerde grens is geweest om je mee bezig te houden. Veel interessanter is natuurlijk wie zich niet met die kwalificatie grens heeft bezig gehouden, maar vooral bezig is geweest met de grens van het winnen van de olympische spelen?
Veel werd er gesproken over Ireen Wüst die zo geweldig reed. Zoals dat in de commentaren dan heet: "onbevangen er in knalde". Is dat niet gewoon schaatsen zonder grenzen? Niet gehinderd worden door enige begrenzing? En wat is de grens die zij daarmee getrokken heeft? In hoeverre is die grens nu onderdeel van haar systeem geworden en zal zij vanaf nu vooral met die grens bezig zijn? Bezig zijn met het verbeteren van haar persoonlijke records in plaats van er onbegrensd in knallen? Gaan starten op een schema dat net op of boven haar persoonlijk record ligt? In nasleep van de olympische winterspelen kwamen nog de wereld kampioenschappen allround schaatsen. Er werden een aantal wereldrecords gereden. Ook zo'n interessante materie. Waarom zijn mensen toch steeds weer in staat om wereldrecords te rijden? Is dat alleen het gevolg van verbeterde trainingsmethoden, materiaal, etc.? Of heeft dat ook gewoon iets met onze begrenzingen te maken? Is dat een nieuwe grens die getrokken wordt waarvan we weten dat die haalbaar is en we ons dan ook beseffen dat we er dan toch weer een beetje over heen kunnen gaan? Waar moet dat dan eindigen? Waar worden we eigenlijk door begrensd? Is er eigenlijk wel een begrenzing? Zelfs tijd wordt daarin een subjectieve beleving. Als ik al die schaatsvraagstukken plaats in de gedachtegang van kwantummechanica, Almaas, Marinus Knoope en NLP gaat het eigenlijk maar om 1 ding: in hoeverre is een sporter in staat om buiten zijn/haar begrenzing te leven, te denken en te voelen. Om zo een buitengewone prestatie neer te zetten. Buiten de grenzen is daarin echter een moeilijk begrip want dat is wederom een erkenning van die grens. Misschien is grenzeloos wel een beter woord. Om in de beschouwing van Almaas of de kwantummechanica te blijven, als alles één is geworden. Als het ijs, de rondetijden, de techniek, de kracht en energie allemaal één is geworden. Eén ervaring. Waarin er geen strijden tegen jezelf, het lichaam, de tijd of de techniek meer is. Als het allemaal klopt.

Lang geleden, ik was denk ik een jaar of 18, had ik mij voorgnomen op mijn 30ste directeur te zijn. Daar was niets mysterieus aan. Dat was gewoon iets dat ik ging worden. Gezien mijn achtergrond zoals opleidingen e.d. lag dat totaal niet binnen de verwachtingen. En toch was dat gewoon iets dat deel van mij uitmaakte. Iets dat ging gebeuren. En inderdaad, het gebeurde. Er was daar geen begrenzing. Dus als ik in staat ben om de begrenzing op te heffen dan heeft het leven ongekende mogelijkheden.
Waarschijnlijk kan iedereen wel een dergelijk voorbeeld in zijn of haar leven herkennen. Iets dat als je het vanuit een maatschappelijke of sociale blik bekijkt niet zou moeten kunnen, maar dat op een dusdanige manier deel van je uitmaakt dat het je totaal niet verrast dat het toch gebeurt.

De grote vraag bij dit alles is natuurlijk wat dit allemaal betekent voor ons leven van alle dag. In hoeverre kunnen al dit soort overdenkingen ons bijstaan in het leven van elke dag? Voor mij betekent het in eerste instantie dat ik weer terug ben bij mezelf. Wat er ook gebeurt, dat is mijn beleving. Hoe ik ook ben, dat komt uit mij voort. Wat ik doe, dat ben ik. Zelfs als ik een "off day" heb, dan is dat mijn "off day". Dat wordt niet door iemand anders veroorzaakt, maar is mijn beleving van de wereld. Als dat allemaal van mij is, dan ben ik ook diegene die daar wat aan kan doen. Aan de ene kant geeft me dat vrijheid en aan de andere kant geeft me dat verantwoordelijkheid.
Uit dat alles kun je afleiden dat als het niet goed gaat met je psyche dat dat jouw verantwoordelijkheid is. Dat jij daar iets aan kunt doen. Maar waarom komen dan altijd die gedachten naar boven dat iemand anders (het werk, de thuissituatie) dat veroorzaakt heeft? Ach, bedenk gewoon maar dat dat jouw beleving van de werkelijkheid is. En probeer dan eens buiten die grens van je werkelijkheid te stappen.
Naast die verantwoordelijkheid schept dat ook een grenzeloze wereld van mogelijkheden. Als ik mijn leven creëer, dan creëer ik ook mijn werk, mijn relaties en in ultimo mijn geluk. Daarvoor ben ik van niemand anders afhankelijk dan van mezelf. Wat ik te doen heb is mijn leven, mijn geluk, mijn verlangen, mijn willen, mijn grenzen, de onmogelijkheden en de mogelijkheden in kaart brengen. Daar heb ik het mee te doen.

En is het dan zo dat je inderdaad alles kunt bereiken waar je je zinnen op gezet hebt?. Kun je inderdaad de baan realiseren die je graag zou willen? Kun je over je werkdruk en stress heen stappen? Kun je uit je burnout stappen? Kun je olympisch kampioen worden? Kun je de meest geweldige relatie hebben? Kun je helemaal gelukkig zijn?

Het antwoord is aan jou ....