Herstellen van- en groeien na een burnout

Herstellen van een burnout kent eigenlijk 2 processen: het eerste proces is het herstelproces. Het herstelproces is zorgen dat je weer “normaal” kunt functioneren, dat je weer lekker in je vel zit. Dat de stabiliteit in je leven weer terug komt, dat er weer plezier in het leven zit, dat je het leven aan kunt. Het tweede proces is een groeiproces. Zoals je met het leven omging heeft geleid tot het feit dat die burnout kwam. Daarvoor is het dus nodig om anders met het leven om te gaan, om het leven anders te ervaren. Dat proces zou je als “preventieproces” kunnen bestempelen.

Het besef dat er 2 processen nodig zijn is een belangrijk besef. Want hoe geweldig is het wel niet als het herstelproces compleet is? Je voelt je weer lekker, je kunt het leven weer aan. Je hebt er zin in. Dat is ook een moment dat je je misschien afvraagt waarom het in vredesnaam nog nodig is verder te werken aan die burnout. Je hebt je lessen toch geleerd? Je weet hoe het ontstaan is, je weet hoe het was en je weet hoe je eruit gekomen bent. Dan ben je toch klaar?

Eigenlijk werk je in je “preventieproces” niet verder aan je burnout. Je werkt aan jezelf. En hoe je met het leven omgaat. De geleerde lessen van een burnout zijn niet voldoende. Die geleerde lessen vragen om daadwerkelijke verandering. Om implementatie in je leven. Om integratie en zijn uiteindelijk misschien nog wel belangrijker dan het feit dat je uit je burnout bent gekomen. 
Want die burnout had iets te vertellen over jouw leven en de grote vraag is of je daarnaar geluisterd hebt.