
Weten, Kunnen, Trainen & Doen
Mijn jongste zoon zegt vaak tegen mij “Jaahaa, ik weet het wel!”. Vooral als ik iets vraag om te doen. Maar weten is nog iets anders dan kunnen. En kunnen is nog iets anders dan doen. Zo zou je iemand kunnen uitleggen hoe hij moet fietsen. Dan weet hij het; maar dat betekent nog niet dat hij het kan. Daarvoor ga je eerst oefenen. En dan komt er een moment dat je het kan. En natuurlijk kun je vanaf dat moment ook in zekere mate fietsen. Het doen.
Wat het echter nog niet betekent is dat je een top-fietser bent. Als je dat wil worden zul je keihard moeten gaan trainen!
Dus: het begint met weten, dan ga je naar kunnen en in de basis doen. En om ergens beter/goed in te worden zul je vervolgens dat “kunnen” moeten trainen.
In ons werk geven we vaak alleen maar aandacht aan kunnen en trainen als iets nieuw is of fout gaat. En dat is een correctieve actie: Hij kan het nog niet, of hij maakt fouten.
De preventieve actie zit in het geven van aandacht, tijd en focus aan het kunnen en trainen. Ruimte maken om je “kunnen” te trainen. Op zoek gaan naar input daarvoor. Oefenen. Sparren met je collega’s. Of iedere andere vorm van training die daarvoor nodig is.
En dan kom je terug bij de titel van deze tekst: Weten, Kunnen, Trainen & Doen. Je weet nu hoe dat in elkaar steekt. En om dat goed te kunnen zul je het geven van aandacht, tijd en focus moeten trainen.
Dus, wat nou als je je harde- en softe skills volgende week eens langs de lat van weten, kunnen en doen legt, waar zou je dan als eerste aandacht, tijd en focus aan besteden om je “kunnen” te trainen?




































































































