De zuiverheid van een keuze

Kiezen is soms gewoon net een heel wiskundige aangelegenheid. Als je een fout maakt tijdens de berekeningen klopt de uitkomst van de som niet. En fouten in het berekenen van een keuze maken we iedere dag. We vergeten factoren in onze keuzes te betrekken, we betrekken factoren in onze keuze die er helemaal niet toe doen, etc.

Eén van de grootste fouten die we maken bij het berekenen van onze keuzes, is dat we die berekeningen maken op basis van historische gegevens. Ervaringen van vroeger. Terwijl een keuze eigenlijk altijd op de toekomst gebaseerd zou moeten zijn. Want als de keuze in het verleden lag, stond je nu niet voor die keuze.

Neem nou de simpele vraag of je een koekje wil. Als je je antwoord baseert op het verleden, dan ga je dus eigenlijk kijken of je gisteren een koekje wilde. Ja, gisteren wilde ik een koekje, dus geef me er vandaag ook maar één. Gisteren vertelt hier helemaal niets over je willen van vandaag. Misschien heb je vandaag wel helemaal geen zin in die koekjes. Of zijn de koekjes beschimmeld omdat je ze niet hebt afgesloten vannacht en ze al een tijdje liggen.

Natuurlijk is dit een simpel en helder voorbeeld. Dat is waar rekenen begint. Eén + één. Ook met het maken van keuzes, het nemen van beslissingen, begint dat zo.

Natuurlijk wordt het al gauw wat ingewikkelder. Want als je de berekening van je keuze niet op gisteren kan baseren omdat je keuze over morgen gaat, dan zou je die berekening ook op de gegevens van morgen moeten baseren. Maar die gegevens heb je nog niet anders was het geen morgen. Dus kom je het dichtst bij morgen uit: Vandaag. Dat lijkt gelijk weer heel erg simpel om je keuzes, je beslissingen op de gegevens van vandaag te baseren. Maar heb je dan wel goed gekeken naar wat van vandaag allemaal wel niet gebaseerd is op je verleden of je dromen en verlangens over de toekomst? Kun je zien wat de patronen in je leven zijn die naar aanleiding van gisteren zijn ontstaan? En ben je dan vandaag wel écht vrij om keuzes te maken?

De gegevens, de factoren waarop je je keuzes baseert zijn beperkt. Het is jouw verleden, zijn jouw verlangens over de toekomst. Niet meer, niet minder. Wat dat betreft ben je je eigen systeem en zul je binnen dat systeem je keuzes moeten maken. Toch valt er nog wel wat aan gegevens te halen om je keuzes op te baseren. Duik eens de bibliotheek in, heb een gesprek met een goeie vriend of vriendin, kijk eens in de spiegel en zie wat die spiegel je te vertellen heeft. Kortom, herken in eerste instantie de beperkingen van de gegevens waarover je beschikt om je keuzes op te bepalen.

Vanuit alle gegevens die je hebt, kun je alternatieven gaan samenstellen. Zeg maar de mogelijke keuzes gaan bepalen. Het scala van antwoorden in beeld gaan brengen. Variëteiten gaan zien. Smaken van antwoorden gaan proeven. Neem nou het vraagstuk “Werken of Niet werken”. Daar lijken twee opties te zijn waartussen je kunt kiezen. Tegelijkertijd kan iedereen zich allerlei varianten van dat vraagstuk bedenken. Want om te beginnen kun je je afvragen wat werk is. Is dat een betaalde baan of is 36 uur in het buurthuis een bijdrage leveren ook werk? En wat is stage lopen? Je zult misschien zeggen dat dat andere vormen van werk zijn. Eigenlijk de manier waarop je je dag vult. De manier waarop je bezig bent. Maar is werk altijd gerelateerd aan bezig zijn? Of is werk gerelateerd aan het geld dat binnen komt op je bankrekening? En als je die nu eens van elkaar loskoppelt, hoeveel smaken van geld dat binnenkomt op je bankrekening en smaken van bezigheid kun je dan wel niet verzinnen? Zo wordt het gebied breder. Ga je het volle spectrum van je keuze in kaart brengen.

In dat volle spectrum ga je ook ontdekken dat de vraag die voor je ligt vaak bestaat uit verschillende vraagstukken. Als je mij vandaag vraagt of ik mijn huis wit zou willen schilderen, dan is mijn eerste reactie “Nee”. Daarmee weet jij nog helemaal niet of dat komt omdat ik geen wit huis zou willen hebben of dat dat komt omdat ik geen zin heb om te schilderen. Op die beide gebieden zou ik dus keuzes moeten maken.

Laat je in existentiële vraagstukken vooral niet leiden door de beperktheid van de vraag, maar probeer in eerste instantie vooral de vraag open te breken. Klopt die wel? Is het nu eigenlijk zo dat de keuze die voor mij ligt de enige keuze is die ik kan maken? Is de keuze die gevraagd wordt niet een samengesteld gebied van keuzes? Als ik die keuze nu eens zou bezien van het oogpunt van …… etc.

Het volle spectrum van je mogelijkheden in kaart brengen is vaak ook smaak ontwikkelen voor dat deel van het spectrum waar je je goed bij voelt. Dat deel van het spectrum dat lekker is. Dat doe je niet door alleen maar naar dat deel te kijken, maar vooral ook door naar de andere delen van het spectrum te kijken. Zoek de uitersten op. Zoek je grenzen op. Kijk naar wat heel vervelend lijkt, kijk naar dat wat ongelooflijk ver weg van je lijkt te zijn. En probeer vervolgens het tegenovergestelde te vinden. Dan ontstaat het spectrum. Zoek naar het intellectuele van het spectrum, zoek naar het emotionele van het spectrum.

En langzaam maar zeker zal je zien dat je terecht komt in het gebied waarin je afwegingen gaat maken. Let op: de valkuil waar bijna iedereen automatisch instapt is dat er een voorkeurskeuze is en dat je je afwegingen op basis van die voorkeurskeuze gaat maken. Stel je maar eens voor dat je tussen “Ja” en “Nee” moet kiezen. Je voorkeur ligt bij “Ja” en je afwegingen gaan vervolgens over wat er voor of tegen het maken van de “Ja” keuze is. Je bent dus niet meer “Ja” en “Nee” aan het afwegen. Je bent geen zuivere keuze meer aan het maken. Als er te veel tegen “Ja” is, dan kies je voor “Nee”. Het ingewikkelde daaraan is dat je uiteindelijke keuze niet een volmondige keuze voor “Nee” is, maar een keuze tegen “Ja”.

Afwegen is een moeilijk gebied. Want waar ken je je weegfactoren aan toe? En hoe zwaar wegen die factoren dan wel niet? Als je echt voor een grote ingewikkelde keuze in je leven staat, dan is het beste wat je kunt doen daar even de tijd voor nemen. Bedenk je dat je helemaal voor de ene kant kiest. Leef daar eens een paar dagen mee. Zie de voor en nadelen. Niet alleen de goede kanten, maar ook de slechte kanten. Alle consequenties die die keuze met zich meebrengt. Vervolgens neem je de andere keuze die voor je ligt. Ook die maak je helemaal en daar leef je een paar dagen mee. Met de mooie kanten en met de donkere kanten van die keuze. Kijk naar het plezier van de keuze en het verdriet van je keuzes. Weeg de nieuwe deuren die daarmee open gaan en zie het afscheid dat je neemt.

Besef je steeds bij iedere keuze die je maakt dat er maar één de verantwoordelijkheid voor die keuze draagt. En dat ben jij. Jij zal moeten kunnen leven met de keuze die je gemaakt hebt. Dat betekent ook dat er een grote verantwoordelijkheid op jezelf rust om naar jezelf te luisteren. Want als jij je keuze baseert op de afwegingen van iemand anders, op wat goed voor je omgeving is, op hoe je er uit zou willen zien, op hoe je zou willen zijn (maar misschien niet bent) dan stap je steeds aan de kern van je keuze voorbij. En de kern van je keuze is dat jij die keuze gemaakt hebt en dat jij er mee zal moeten leven.

Kiezen bij mij als coach

Het maken van keuzes is een onderwerp dat veel langskomt. Existentiële beslissingen. Voor mij zijn dat beslissingen die in wat voor vorm ook impact hebben op je leven. Beslissingen die gaan over het vorm geven aan relaties of het beëindigen van de vorm van een relatie. Het vormgeven aan werk. Beslissingen die gaan over kinderen, huis, plaats in deze wereld, etc. Beslissingen die gaan over groei en ontwikkeling. Zelfs beslissingen die met het begin en einde van dit leven te maken hebben. Heldere, grote, vraagstukken. Tegelijkertijd komt het maken van beslissingen naar voren in het leven van alle dag. Er voor kiezen om iedere dag weer te leven. Niet je laten leven maar zelf te leven en daar iedere dag weer een keuze voor te maken. Een keuze voor jezelf.